• fr
  • nl
  • de
  • Steun de Stiching
  • fr
  • nl
  • de
  • Terug naar alle projecten

    Weerbaarheidsverhogende herstelprogramma’s

    Albezon vzw & De Werf Gent

    2001

    Initiatiefnemers

    Elf scholen met bijzondere noden uit Gent, hun CLB en de vzw Albezon nemen in 2001 het initiatief om weerbaarheidsverhogende herstelprogramma’s aan te bieden aan jongeren die dreigen af te haken op school.

    In 2000 maakte de Vlaamse regering geld vrij voor ‘scholen met bijzondere noden’. De selectie van deze scholen gebeurde op basis van cijfers over het aantal leerlingen met leerachterstand, het percentage leerlingen die een richting in het beroepssecundair onderwijs volgen en het aantal in-/uitstromers.

    De vzw Albezon ontwikkelde korte projecten voor jongeren in crisissituaties.

    Beginsituatie

    De elf initiatiefnemende scholen zijn Gentse secundaire scholen die voldoen aan de criteria van de ‘scholen met bijzondere noden’. Deze scholen vergaderden regelmatig en vanuit de concrete noden waarmee zij geconfronteerd werden, groeide het projectvoorstel.

    Bij Albezon vzw kan in deze context een halftijdse opdracht worden ingevuld door 2 personen, een man en een vrouw, elk voor 25%. Een vrouwelijke medewerkster omwille van de allochtone meisjes in de betrokken scholen.

    Doelstelling en concretisering (activiteiten/acties)

    Het project wil met weerbaarheidsverhogende herstelprogramma’s voorkomen dat jongeren afhaken op school en ondersteuning geven aan gezinnen en scholen.

    Jongeren worden om uiteenlopende redenen aangemeld bij het project. Bv. gedragsproblemen in de klas, (problematisch) druggebruik, spijbelen en/of veelvuldig te laat komen, stelen, schoolmoeheid, niet in orde met les- en schoolmateriaal, (algemene) houding, enz. De meeste jongeren zitten in een multi-problem situatie. Het antisociaal gedrag op school is daar meestal een uiting van. Niet alleen dienen de schoolse problemen te worden aangepakt, er moet ook voldoende aandacht gaan naar persoonlijke problemen.

    De begeleiding verloopt individueel of per klas. Albezon werkt met de methodiek van het ‘ervaringsleren’ en vanuit een diep respect voor de jongere(n). Bij de individuele projecten worden jongeren intensief begeleid. Deze projecten duren (met voorbereiding en evaluatie) ongeveer drie dagen, die na elkaar of gespreid worden opgenomen. Gaandeweg kwam er meer vraag naar klasprojecten. Deze projecten duren doorgaans een dag. In het vijfde projectjaar werden 28 projecten uitgevoerd, waarvan 17 individuele en 9 klasprojecten. Bij de klasprojecten was extra aandacht nodig voor transparantie bij leerlingen en leerkrachten. Zo is het bv. belangrijk dat leerlingen de aanleiding kennen en dat leerkrachten weten wat die dag van hen verwacht wordt.

    De medewerker van Albezon verzorgde de begeleiding van de jongeren (individueel of per klas) en werd hierbij ondersteund door de school, CLB en ouders. Een aantal verwachtingen en engagementen worden opgenomen in een samenwerkingsovereenkomst. Van scholen wordt verwacht dat zij zorgen voor het invullen van documenten (handelingsplan en evaluatieformulier) en de handtekeningen van alle partijen (jongere, ouders, school en Albezon) vóór de start van het project; de leerlingbegeleiding van de school en Albezon engageren zich tot evaluatie van het project, de school zorgt ervoor dat het project wordt opgevolgd en dat er nazorg volgt; de scholen vaardigen een vaste deelnemer af naar de interscolaire werkgroep en treden als een interscolaire werkgroep op naar de buitenwereld (inzake PR en communicatie).

    De scholen zijn de initiatiefnemers en leggen dan ook de contacten met de ouders. Het zijn de leerlingbegeleiders van de scholen die de ouders op de hoogte houden en de gesprekken met de ouders voeren.

    Om het project transparenter te maken, stelde Albezon een methodiekenmap  (inventarisatie en structureren van de methodieken ) samen.   Per methodiek worden de mogelijke toepassingen vermeld.  Daarnaast werd ook een voorstellingsfolder ontwikkeld.

    Tijdens het laatste schooljaar werd een meer gestructureerd en gebruiksvriendelijk evaluatie-instrument ontwikkeld. Deze vragenlijsten voor de jongeren en de evaluatieformulieren voor de scholen en de begeleiders laten toe de werking goed te evalueren en bij te sturen

    Geboekte vooruitgang

    De jongeren die het herstelprogramma doorliepen, kijken er tevreden op terug. Zij vonden het programma nuttig en vrij confronterend. Bij jongeren die het programma volgden bleef een tuchtmaatregel achterwege. De jongeren en de ouders hebben het gevoel dat de gebruikte methodieken een duidelijk effect hebben.

    Het project evolueerde in gunstige zin: meer leerlingen en leerkrachten komen met de methodiek van het herstelgericht werken in contact; de projectmedewerkers streven naar een optimale samenwerking met de verschillende partners en vinden het doorgeven van methodieken, knowhow en ervaringen zeer belangrijk.

    Doorheen de tijd werd vastgesteld dat scholen sneller beroep doen op begeleiding. In de eerste jaren van het project vroegen scholen de begeleiding aan als het probleem al ernstig was, in een latere fase deden de scholen beroep op Albezon lang vóór de jongere dreigde weggezonden te worden. Deze evolutie maakt het realistischer om op drie dagen een verandering teweeg te brengen.

    Het project heeft ongetwijfeld bijgedragen tot een verdere bekendmaking van het herstelgericht werken op school.  Niet alleen werd deze manier van denken en werken beter bekend binnen de meewerkende scholen, maar door het project te beschrijven in artikels en voor te stellen op vormingsmomenten en studiedagen werd de herstelgerichte visie verspreid.

    Niet verwachte effecten

    – De resultaten maakten dat een aantal scholen hun sanctioneringsbeleid bijstuurden en/of hun zorgbeleid verder uitbouwden. Vaak met inbreng en/of ondersteuning van de begeleiders van Albezon.

    – De vraag naar na- en/of bijscholing voor leerkrachten hierrond groeide doorheen de jaren. Zo bouwde vzw Albezon mettertijd een specifiek aanbod uit.

    – De laatste jaren van het project kwam zelfs een intervisiegroep voor leerkrachten, overheen de verschillende scholen, tot stand. Deze intervisie is, bij gebrek aan middelen, echter niet verdergezet.

    Hefbomen en moeilijkheden

    – Niet alle scholen staan even ver in het werken met alternatieve projecten. In contacten en vormingsmomenten belicht Albezon het thema ‘alternatief sanctioneren’ vanuit hun ervaringsgerichte visie.

    In het eerste werkjaar waren er spanningen tussen de school met haar eigen taken en doelstellingen en de hulpverleners van Albezon met hun eigen visie. Via samenwerking en overleg werden deze spanningen weggewerkt.

    – Tijdens het projectverloop werd vastgesteld dat er weinig samenwerking is met het CLB. Nochtans werd binnen de beleidsinitiatieven van die periode (kaderdecreet integrale jeugdhulp) aan het CLB een draaischijffunctie toegekend in de samenwerking tussen onderwijs en welzijnsdiensten. Er werden duidelijke afspraken gemaakt met de betrokken CLB’s. De interne leerlingenbegeleiders blijven de contactpersonen maar de CLB-medewerker kan altijd aanwezig zijn bij de voorbereidende gesprekken en de eindevaluatie.

    – Leerkrachten actiever bij de projecten te betrekken –ook bij de voorbereiding en de nazorg- is een blijvend aandachtspunt en vraagt de nodige tijd.  Hoe meer de projectmedewerkers er in slagen leerlingen positief bij te sturen hoe meer leerkrachten zullen geloven in de meerwaarde van een dergelijke aanpak. Leerkrachten op termijn zelf laten ervaren wat dergelijke projecten kunnen betekenen en hen daarmee ook handvaten aanreiken om het zelf op te nemen is een doelstelling die men nastreeft.

    Voortzetting van project

    In het vierde en vijfde jaar werden de mogelijkheden verkend om de  weerbaarheidsverhogende programma’s structureel te verankeren. Deze zoektocht naar middelen om het project te kunnen continueren heeft heel wat tijd in beslag genomen.  Verschillende terreinen werden verkend: De departementen Onderwijs en Welzijn, de  Stad Gent (vanaf 2007 via grootstedenbeleid),  de Provincie, Integrale Jeugdhulp  (vanaf 2008). Er werd ook nagegaan of eventueel kon worden samengewerkt met andere initiatieven, bv. het time-outproject van De Werf.

    Vanaf september 2006 werden de individuele projecten als kortlopende time-outprojecten gefinancierd door de het departement onderwijs. Alle secundaire scholen uit de Gentse agglomeratie kunnen vanaf dan een beroep op Albezon doen.

    Vanaf 2006 werken de begeleiders van vzw Albezon en vzw De Werf intens samen, in één team: On@Break². In 2008 breidde het project uit naar de regio Oudenaarde.

    Na de fusie Albezon – De Bekwame Boon (01/01/2011) tot vzw aPart, sluit op in 2014 ook De Werf aan en in 2015 wordt de fusie uitgebreid met vzw Hadron, vzw Centrum Ambulante Begeleiding en vzw De Totem.

    Al die tijd, en ook nu nog, blijft On@break² een goed draaiende deelwerking van de organisatie. Het project heeft de evolutie in de sector gevolgd: van korte time-out vanuit het Departement Onderwijs naar NAFT en overdracht naar het Agentschap Jongerenwelzijn. Het aanbod is min of meer hetzelfde gebleven: individuele trajecten en klasprojecten.

    De heel geregelde evaluaties, intern én met externe partners, deden de inhoudelijke werking groeien en de methodiek verfijnen.

    Contactgegevens

    Johan Vekeman, Coordinator ALBEZON/aPART vzw

    Brandstraat 3  B-9000 GENT 

    Gsm: 0494/481471 – Johan.vekeman@vzwapart.be

    Brenda Vermeire, teamverantwoordelijke Team On@break² en Team De Werf

    Destelbergenstraat 61, B-9040 St-Amandsberg

    brenda.vermeire@vzwapart.be

    09/ 228 46 10 – 0499/ 51 24 89

    www.vzwapart.be

    Terug naar alle projecten