• fr
  • nl
  • de
  • Steun de Stiching
  • fr
  • nl
  • de
  • Terug naar alle projecten

    Ik speel dus ik ben

    Institut Bischoffsheim Brussel

    2014

    Initiatiefnemers

    Het Institut Bischoffsheim (IBIS) is een school voor secundair onderwijs van het gemeentelijk onderwijs van Brussel, die traditioneel ‘vrouwelijke’ technische en beroepsrichtingen aanbiedt, maar  ook openstaat voor jongens, vooral in de eerste graad. De school is in het centrum van Brussel gelegen en het publiek bestaat uit leerlingen uit kansarme milieus die in de buurt van de school wonen. De school  organiseert OKAN klassen. De directeur van het project heeft dit project ingediend omdat hij en sommige leden van zijn team  interesse hadden voor gezelschapsspellen die in netten zijn geïntegreerd en van oordeel waren dat die spellen de school konden helpen bij haar leer- en opvoedingstaken in brede zin.

    Beginsituatie

    Er werd vastgesteld dat de leerlingen van de eerste graad met steeds grotere moeilijkheden op school en sociale problemen worden geconfronteerd. Daarnaast heeft de school in de laatste jaren een instroom vastgesteld van leerlingen uit het buitengewoon onderwijs, wat nieuwe uitdagingen met zich meebrengt.  De jongeren die naar de school zijn gekomen, slagen er niet gemakkelijk in om zich lang met dezelfde activiteit bezig te houden en de cohesie van de klassen laat soms te wensen over. Drie jaar voor de aanvang van het project, werd in de klassen begonnen met het voorstellen van sommige spellen om voor een onderbreking te zorgen tussen de theoretische lessen. De inbreng van de Stichting werd gezien als een mogelijkheid om de noodzakelijke impulsen te geven aan de opstarting van een meer gestructureerd en grootschaliger project, waardoor de aankoop van materieel en de vergoeding van ‘spelleiders’  in de klassen zouden kunnen worden gefinancierd.

    Doelstelling en concretisering

    De doelstellingen die bij de aanvang van het project werden geformuleerd, hadden betrekking op alle actoren in de school: ‘ervoor zorgen dat de leerlingen zich beter voelen en hen helpen bij het leren en bij de verwerving van vakspecifieke, logische en sociale vaardigheden’; eveneens de leerkrachten ontlasten die onder stress staan en hen opleiden zodat ze de spellen correct kunnen gebruiken; de ouders aantrekken en bij de activiteiten betrekken om hen dichter bij de school te brengen en hen andere manieren aanbieden om met hun kind te communiceren.

    Concreet gezien bestaat de kern van het project uit ‘spelworkshops’ die in de verschillende klassen van de eerste graad plaatsvinden (het vaakst met halve groepen) onder leiding van interne of externe spelleiders die een voorafgaande opleiding hebben gekregen. Daarvoor moest er met de uurroosters worden gegoocheld. De spellen worden niet zomaar toevallig gekozen (samenwerking, strategie, creativiteit, woordenschat, wiskundige bewerkingen).

    Soms gebeurt het dat leerkrachten een bijzonder spel gebruiken in hun lessen (bijvoorbeeld voor wiskunde). Er is een kast met spelmateriaal beschikbaar. Voorafgaand werden de leerkrachten bewust gemaakt van de bijdragen die het spel kan leveren, naar aanleiding van pedagogische dagen en meer recent op ontdekkingsavonden van nieuwe spellen. Voortaan worden er intern en extern toernooien georganiseerd als de gelegenheid daartoe zich voordoet. Spellen zijn ook aanwezig op feesten die door de school worden georganiseerd en maken deel uit van de informatie die aan de gezinnen wordt gegeven.

    De “spelactiviteiten” vinden ongeveer tweemaal per week plaats. De activiteiten worden uitgevoerd in halve groepen van ongeveer 10 leerlingen. Ze worden opgenomen in hun lesrooster (en vinden dus niet op vrijwillige basis plaats), binnen de klassen van de B-stroom. De activiteiten staan eveneens open voor alle leerlingen van het 1ste en het 2de jaar, behalve wanneer ze die activiteiten het vorige jaar al hebben kunnen uitoefenen (want dit zou tot een te groot aantal leerlingen leiden dat niet meer beheersbaar is).

    Naast de spelworkshops, worden ook workshops voor hulp bij het slagen (voor Frans en wiskunde) opgezet evenals een partnerschap met een student van de ULB (remediëring/bijlessen voor Frans en wiskunde) en de oprichting van een leesclub (tweemaal per week).

    De directrice benadrukt eveneens dat de leerlingen van de OKAN-klassen vaak samen met de andere klassen deelnemen aan de projecten. Het feit dat verschillende activiteiten worden aangeboden, maakt dat ze hier hun gading kunnen vinden, ook al kan de organisatie vrij log zijn.

    Geboekte vooruitgang

    Het overgrote deel van de leerlingen houdt van de ‘spelactiviteiten’ en vraagt er opnieuw naar. Er zijn geen leerlingen meer die er afwijzend tegenover staan. De spelleiders leggen een verband tussen het project en de vermindering van het schoolverzuim of het te laat komen. De doeltreffendheid van het project berust op de noodzaak om een samenwerking tot stand te brengen tussen de spelleiders en de leerkrachten.  Het lerarenkorps werd herhaalde malen bewust gemaakt van de voordelen van het spel en heeft een opleiding gekregen in het gebruik van sommige van de spellen, wat tot positieve resultaten heeft geleid.

    Door het spel leren de leerlingen elkaar op een andere manier kennen en leren ze samenwerken. Ze slagen erin om interne spanningen beter te beheren en kwijt te raken. Dit wordt door de leerkrachten unaniem erkend. Tegelijk gaan de leerkrachten en de leerlingen elkaar anders bekijken. Dit effect wordt versterkt bij sommige uitdagingen die worden georganiseerd of bij specifieke activiteiten, bijvoorbeeld in het kader van een groot houten spel dat op de speelplaats wordt georganiseerd. Aan de kwesties in verband met samenwerking, regels en wetten wordt samen met de kinderen gewerkt. De kinderen ondertekenen een handvest waarop kan worden teruggegrepen wanneer de regels worden overtreden.

    Bij de leerkrachten heeft het project tot meer uitwisselingen met de collega’s geleid, maar verder geen grote uitwerking gehad… ook al werd er een zekere openheid tot stand gebracht. Niettemin benadrukken de leerkrachten de meerwaarde van het werken per twee aan de activiteiten (gemakkelijker voor de organisatie en het beheer van de activiteiten). Ze proberen door de activiteiten wisselwerkingen tot stand te brengen tussen de klassen om de ontwikkeling van onderlinge hulp te vergroten. Het blijkt positief om de klasgroepen te vermengen: de vermenging van de leerlingen leidt tot een vorm van navolging en tot een goede werksfeer.

    Globaal genomen verlopen de spelactiviteiten goed en de leerkrachten stellen vast dat er minder problemen zijn met discipline. Door het project kunnen de leerlingen meer op school blijven en zijn ze rustiger.

    In de workshops leren de leerlingen naar elkaar luisteren (het woord nemen), ontwikkelen ze hun luistervaardigheid, leren ze respect hebben voor de anderen (niemand uitlachen); al die regels worden dan in de klas opnieuw toegepast..

    Niet verwachte effecten

    Soms veranderen de regels of de ensceneringen van sommige spellen naargelang van het land, waardoor ook dieper kan worden ingegaan op de kwestie van culturele verschillen en de rijkdom daarvan.

    Er werden evaluaties gemaakt samen met de kinderen die een idee geven van hun wensen en verwachtingen (meer spellen in open lucht en toernooien, de gelegenheid om het project in het derde jaar voort te zetten…).

    Hefbomen en moeilijkheden

    Een eerste moeilijkheid van het project heeft te maken met de mobiliteit van het personeel, met inbegrip van de directie, ook al wordt de continuïteit van het project gegarandeerd door de aanwezigheid van een kern van basisspelleiders die bijzonder betrokken en performant is en door een directie die positief staat tegenover het initiatief.

    Ondanks alles blijven sommige leerkrachten twijfelachtig en weinig geneigd om zich te investeren. Uiteindelijk worden vaak dezelfde spellen gevraagd en gebruikt, dus is het niet nodig om materiaal te kopen dat zeer weinig zal worden gebruikt omdat het te ingewikkeld is of onvoldoende goed wordt uitgelegd. Te veel leerkrachten hebben er nog altijd moeite mee om in hun lessen interessant materiaal te gebruiken dat beschikbaar is. Ook het gebrek aan plaats die voor het project wordt voorzien, brengt problemen met zich mee, want voor talrijke activiteiten kan alleen maar de studiezaal worden gebruikt.

    Hoewel er een fichesysteem werd bedacht waarin de verschillende spellen en hun kwaliteiten en troeven worden voorgesteld, werd dit nog niet effectief uitgewerkt. Aangezien het gebrek aan tijd en de constante problemen die opdagen,  blijkt het eveneens moeilijk om andere ideeën concreet uit te werken die van jaar tot jaar worden geformuleerd, zoals bijvoorbeeld : een register bijhouden van de spellen die door de leerkrachten werden geleend; een “spelbar” oprichten; opnieuw een ‘reuzenspel’-activiteit organiseren op de speelplaats; samenwerkingen opzetten met een lagere school. Tot op heden werden slechts weinig banden gesmeed met partners, zoals oorspronkelijk was voorzien, met de Rotary, de adviseur van spelwinkel of de hogeschool voor zorgleraren die een gespecialiseerde opleiding in spellen aanbiedt en op een bepaald moment werd voorgesteld als een instelling die stagiairs zou kunnen sturen. 

    Voortzetting van het project

    De school wil haar partnerschap met de ULB, haar leesclub en de andere activiteiten versterken, nl. de spelworkshop en  een zang- en muziekworkshop, die onder leiding staat van een leerkracht. De leerlingen zullen notenleer krijgen en een lied maken (rap, slam). Dit zal in het lesrooster  van de leerlingen worden opgenomen en op vrijwillige basis gebeuren.

    De spellen worden verder gebruikt in de lessen en er is geen aankoop van nieuwe spellen voorzien, want er zijn er voldoende en de keuze is ruim genoeg.

    Nadat de Stichting vijf jaar heeft geholpen wil de directrice de 2 uren durende workshops buiten de lessen op vrijwillige basis voortzetten (2 spelleiders gedurende 2 uren. Voorts wil ze ook de muziekworkshop opzetten, naast een project over cyberpesten en een workshop over schooluitval.…

    Er wordt naar financiering gezocht voor de uren van de spelleiders. De directie voorziet ook een DAS-project uit te werken (middelen van de Franse gemeenschap, een project voor de leesclub (3-jarig project)… met de bedoeling om de inspanningen niet te versnipperen, want dat neemt tijd in beslag.

    Contactgegevens

    Valérie Jaumain , adjunct-directrice

    Kanaalstraat 55/57
    1000 BRUSSEL
    02/211.35.10

    Valerie.Jaumain@brucity.education

    Terug naar alle projecten