• fr
  • nl
  • de
  • Steun de Stiching
  • fr
  • nl
  • de
  • Terug naar alle projecten

    Flipflap-Contrast-Lucht

    Scheppersinstituut Deurne & Antwerpen Deurne

    2004

    Initiatiefnemers (school/vzw en leerlingenpopulatie)

    Het project werd ingediend in 2004 door het Scheppersinstituut Deurne & Antwerpen. De school heeft basisonderwijs en secundair onderwijs met aso-, tso- en bso-richtingen. De diversiteit binnen de school is op korte tijd zeer sterk toegenomen.

    Beginsituatie

    Op 1 september 2004 gingen het Sancta Maria Instituut Deurne en het Sint-Eligius Antwerpen een fusie aan. Zo ontstond het Scheppersinstituut Deurne & Antwerpen. Zowel leerlingenpopulaties als de leerkrachtenteams werden gemengd en gingen aan de slag op de drie campussen.

    Het project groeide vanuit de richting ‘creatie en mode’ en was zeer sterk gericht op het stimuleren van de creativiteit bij leerlingen. Gaandeweg kwam de sociale component meer in beeld.

    Het project werd de eerste jaren vooral gedragen door twee leerkrachten. De financiële ondersteuning werd ingezet om externe organisaties in te schakelen en kosten van activiteiten te dekken.

    Doelstelling en concretisering

    De activiteiten liepen overwegend in het secundair onderwijs. Enkel in het derde projectjaar liep een deel van de activiteiten in het lager onderwijs.

    Het project werd ingediend in 2004 als een eenjarig initiatief. Dit werd bijgestuurd en er werd gekozen om de volgende jaren telkens te werken rond een ander thema met een aantal weerkerende activiteiten.  Achtereenvolgens werd gekozen voor de  thema’s ‘Contrast’, ‘Lucht’, ‘Circus’. Voorbereidende werkgroepen werkten de plannen van de kerngroep verder uit. Hieraan werd een heel jaar, ook tijdens bepaalde lessen, voortgewerkt.

    Bepaalde activiteiten werden afgerond in een aantal toonmomenten. Andere gingen zelfstandig een eigen leven leiden. Zo werden de creadagen, een driedaagse voor de eerstejaars verder uitgebouwd. Voor de oudere leerlingen vloeiden er de verkeersdag en de sociale stage uit voort. Het toonmoment van de afdeling Creatie & mode is intussen een vaste waarde geworden.

    –  Creadagen 

    De school kende reeds een lange traditie in het organiseren van de creadagen. Elk jaar trekken een 100-tal leerlingen uit de eerste jaren secundair met 10 à 15 begeleiders naar Nederland voor drie dagen ‘vriendschap en creativiteit’. Sommige activiteiten (bv. circustechnieken) worden begeleid door externen,  andere door de leerkrachten. Er wordt gewerkt rond een bepaald thema. In het vierde projectjaar was dat bijvoorbeeld ‘Wereldwijd’. De leerlingen maakten een wereldreis doorheen verschillende workshops (djembé hanteren in Afrika; dansen in Brazilië, grimeren in Australië, sporten in Griekenland, glasschilderen in de Magreblanden, films maken in Hollywoord, etc.). Ook de maaltijden weerspiegelden verschillende culturen. Het geheel werd afgerond met een toonmoment, de klassencompetitie en een fuifje. Tijdens deze dagen leren leerlingen en leerkrachten elkaar beter kennen.

    Verkeersdag

    In het kader van de vakoverschrijdende eindtermen werd tweejaarlijks een verkeersdag georganiseerd. Alle leerlingen van het vijfde en zesde jaar secundair bezoeken in de loop van de dag meerdere werkwinkels, die op tal van plaatsen binnen en buiten de school worden georganiseerd.  Een komen verschillende thema’s aan bod . Bij ‘handicap en verkeer’ ervaren de leerlingen aan de hand van beeldmateriaal en een persoonlijke getuigenis hoe iemand met een visuele beperking het verkeer ervaart.  De Responsible Young Drivers bieden een vormingspakket aan over reactietijd, remafstand en rijden onder invloed (promillebril). De vereniging ‘Ouders van verongelukte kinderen’ sensibiliseert de leerlingen rond de gevolgen van onverantwoord rijgedrag. Het Rode Kruis biedt een initiatie EHBO aan, enz. De verkeersdag zit ingebed in de ruimere aandacht die de school het hele jaar door en met alle jaren besteedt aan verkeer.

    Sociale stage – Voet(en) in het leven

    In het vierde en vijfde projectjaar werd een sociale stage georganiseerd voor de vijfdejaars. Het gaat om een inleefstage waarbij leerlingen proberen zich in te leven in het leven en de denkwereld van de bewoners en personeel van sociale instellingen, nl. rust- en verzorgingstehuizen, kindercrèches, beschutte werkplaatsen, centra voor opvang van verslaafden en gehandicapten en instellingen die instaan voor armoedebestrijding en armenzorg.  Er werden, na een actieve zoekperiode, een vijfendertig sociale instellingen bereid gevonden om een honderdtal leerlingen een driedaagse stage te laten lopen.

    Het project verloopt in drie fases: tijdens de informatiefase worden de leerlingen geïnformeerd over het opzet, doel en de praktische kant van het project. In de uitvoeringsfase gaan de leerlingen naar ‘hun’ instelling voor kennismaking (soort sollicitatiegesprek) en een driedaagse stage. Hierbij werd ook een afsluit- en evaluatiemoment voorzien. Daarna volgt nog een verwerkingsfase.

    Het hele project werd zeer positief beoordeeld. De leerkrachten die op bezoek gingen in de instellingen waren verrast ‘hun’ leerlingen daar zo actief te zien functioneren. De leerlingen leerden zeer veel bij, niet alleen omtrent het leven van de inwoners maar ook vaardigheden als zelfstandig de weg zoeken, een sollicitatiegesprek voeren, telefoneren en afspraken maken, dagverslagen schrijven, een powerpointpresentatie maken, enz. In hun contact met de bewoners leerden zij hun eigen capaciteiten kennen, zoals geduld, gevoeligheid, doorzettingsvermogen. Zij leerden omgaan met ouderen, met kinderen, met gehandicapten en zich in hun situatie in te leven.

    Deze activiteit zit verankerd in het programma en vraagt geen extra middelen voor continuering.

    – Creatie & Mode

    De leerkrachten en leerlingen van de richting ‘Creatie en mode’ ontwerpen en realiseren elk jaar een modeshow. Het thema waarrond gewerkt wordt, wisselt per jaar. Eén van de thema’s was ‘contrasten’, ‘glitter en glamour’ of ‘Ronduit vrouwelijk’. Voor dit laatste werd vertrokken van de mode in de jaren vijftig. Het thema werd voorbereid door een bezoek aan een tentoonstelling in het kader van ‘Expo 58’. Daarin werd de link gelegd tussen de mode en de gebruiksvoorwerpen uit die periode, o.a. meubilair. Het modebeeld van de jaren vijftig werd door de leerlingen gerealiseerd in een aantal gebruiksvoorwerpen: tassen, jassen, kleren, enz. Hierbij werd volgens het leerplan gewerkt: patroon maken, testmodel, in stof uitvoeren, enz. 

    Ook werd een toonmoment georganiseerd in het cultureel centrum van Deurne, waarbij de outfit – geïnspireerd op filmdiva’s- gepresenteerd werd op de klant (o.a. mama, tante of leerkracht). Dit toonmoment werd gefilmd. Het opgenomen materiaal diende vervolgens om de richting beter bekend te maken bij het brede publiek.

    Geboekte vooruitgang

    Het is merkbaar dat de activiteiten de creativiteit stimuleren, bijdragen tot een beter schoolklimaat, leerlingen motiveren en meer zelfvertrouwen geven. Daarnaast werden –vooral via de toonmomenten- ouders en buurt ook meer betrokken bij de school. Tijdens de creadagen, de stages en toonmomenten zien leerlingen en leerkrachten elkaar in een andere context wat bijdraagt tot een betere verstandhouding. en dat draagt bij tot een betere leerling-leerkrachtrelatie. Al deze positieve ervaringen hadden gaandeweg een gunstig effect op het gedrag van de leerlingen. Tijdens de moeilijke uren -zoals de uren tussen de middag- en avondvoorstelling op de show- amuseerden de leerlingen zich goed zonder over de grens te gaan. Ze namen meer initiatief en konden meer verantwoordelijkheid aan.

    Niet verwachte effecten

    Aanvankelijk ging het om een uniek en eenmalig initiatief met de focus op één welbepaalde studierichting, Creatie & mode. Het succes daarvan bracht onverwacht een dynamiek teweeg die leidde tot tal van nieuwe projecten, die tot op de dag van vandaag doorleven.

    Hefbomen en moeilijkheden

    – Een belangrijke hefboom binnen dit project is dat na het derde projectjaar gekozen werd voor een verzelfstandiging van een aantal activiteiten. Elk deelproject werd aangestuurd door een groep enthousiaste leerkrachten en een verantwoordelijke. Dit bracht een enorme dynamiek teweeg. Niet alleen werd het draagvlak binnen de school aanzienlijk vergroot, elk deelproject kent ook een verdere uitdieping en creativiteit en heeft geëngageerde leerkrachten als ondersteuners. Dit komt de impact op de leerlingen ten goede, brengt het sociale aspect sterker op de voorgrond en geeft een sterkere garantie op continuering na het vijfde jaar.

    – Dit project startte moeizaam. De school was juist gefusioneerd en ging van één naar drie vestigingsplaatsen.  Leerlingenpopulaties en schoolteams moesten nog aan mekaar wennen. Dit vraagt tijd en energie en gaf weinig ruimte om met de projectuitbouw bezig te zijn. Bovendien hadden de initiatiefnemers zich bij de aanvraag niet gerealiseerd dat het ging om een project van vijf jaren. Het is dan verder uitgewerkt en bleef overeind dankzij de enorme inzet van twee enthousiaste, maar overbelaste leerkrachten. Het draagvlak en de draagkracht werd vergroot door de deelprojecten te verzelfstandigen (zie hoger).  Dit onderstreept het belang van een financiering op een iets langere periode.

    Voortzetting van project

    Met de verzelfstandiging van de deelprojecten kreeg het project niet alleen een veel breder draagvlak, het werd ook  zeer sterk verankerd in de schoolwerking. De activiteiten maakten deel uit of werden ingevoegd in het programma.

    De coherente projectwerking wordt nu (2018) zelfs beschouwd als een van de sterke punten van de school. Sinds enkele jaren schuiven de leerlingen nu bijvoorbeeld zelf een jaarthema naar voren dat zij het jaar nadien in de héle school extra in de verf willen zetten: verantwoord internetgebruik, diversiteit, milieu, enz.

    Doordat er zoveel initiatief leeft dreigt het gevaar voor overaanbod. De school moet de initiatieven kritisch tegen het licht durven houden en zich de vraag blijven stellen of de vooropgestelde doelen nog steeds bereikt worden. Op het einde van het schooljaar 2016-2017 bleek dat dat voor de sociale stage van de vijfdejaars niet langer het geval was. Een aantal trekkers van het eerste uur waren weggevallen, waardoor het project aan zijn oorspronkelijk doel begon voorbij te schieten. Teveel leerlingen kwamen op louter commerciële stageplekken terecht. Bij de leerkrachten was het draagvlak te klein geworden. De kwaliteit van de projecten primeert op de kwaliteit, dus werd ervoor gekozen om de sociale stage te laten vallen.

    De creadagen en de show van Creatie & mode blijven echter vaste waarden op de schoolkalender. Door de samenwerking met externen hebben de begeleidende leerkrachten ook zelf expertise kunnen opbouwen. Daardoor moet de school nu nog zelden een beroep doen op (vaak dure) externen, zoals een regisseur. Omdat de show kwalitatief op punt staat is het nu ook gemakkelijker om sponsors aan te trekken om het initiatief financieel te ondersteunen.

    Contactgegevens

    Ann Paeschuyzen, Directrice

    Scheppersinstituut Deurne & Antwerpen      

    Van Helmontstraat 29, B-2060 ANTWERPEN

    Tel : 03/217 42 42; a.paeschuyzen@scheppers.be

    Mevr. Ria Ribbens

    Scheppersinstituut Deurne & Antwerpen      

    Van Helmontstraat 29, B-2060 ANTWERPEN                     

    Tel : 03/217 42 42 – r.ribbens@scheppersinstituut.be

    www.scheppers.be

    http://cmscheppers.weebly.com/

    facebook.com/scheppersinstituut

    Terug naar alle projecten