• fr
  • nl
  • de
  • Steun de Stiching
  • fr
  • nl
  • de
  • Terug naar alle projecten

    Baaimondo

    BSGO 3 Hofsteden Kortrijk

    2006

    Initiatiefnemers

    Het project werd ingediend in 2006 door het schoolteam van De Baaischool (kleuter- en lager onderwijs) te Kortrijk. Van bij de start wordt samengewerkt met de Stedelijke Academie voor Beeldende Vorming en met het Buurtwerk ‘Lange Munte’. 

    Beginsituatie

    De Baaischool is een kleinere wijkschool, gelegen tussen een paar wijken die overwegend uit migrantengezinnen bestaat.  In totaal zijn er 5 klassen, 7 leerkrachten, 83 leerlingen, waarvan 72% GOK-leerlingen.  De directeur is tevens directeur van een tweede vestiging. Beide scholen tellen samen 16 nationaliteiten; de Marokkaanse groep vormt de grootste groep.

    Het project werd overwegend gedragen door één leerkracht. De school werkte in het verleden mee aan projecten als ‘Vlaggen en Wimpels’ en is vertegenwoordigd in meerdere organisaties, o.a. buurtwerking, migrantencentrum, schoolopbouwwerk en integratieplatform.

    Ongeveer 10 jaar geleden werd in de school gestart met ‘muzische vorming’ waar vakoverschrijdend wordt aan gewerkt. Deze muzische vorming blijft als een slingerbeweging door het leerplan lopen. In feite worden nu tijdens het project de toen geformuleerde doelstellingen van het leerplan gerealiseerd. Per jaar worden andere accenten gelegd. Van bij de start wordt beroep gedaan op een extern persoon of organisatie om het muzische vorm te geven.

    Doelstelling en concretisering

    Via een denkbeeldige wereldreis/ontdekkingsreis, gespreid over meerdere werkjaren, willen de initiatiefnemers op een speelse, attractieve, creatieve, doch leerrijke manier de kinderen en tevens hun ouders vaardigheden en houdingen laten ontwikkelen die bijdragen tot een betere integratie en meer slaagkansen in onze huidige maatschappij.

    Het project wordt gezien als een ‘gelijkekansen’-instrument om aan de hand van culturele elementen te streven naar een optimaal welbevinden en maximale betrokkenheid van elke leerling. Men wil niet enkel de leerlingen van de basisschool maar ook de ouders sensibiliseren voor cultuur in het algemeen.

    De algemene doelstelling werd vertaald in twee subdoelstellingen: (1) ervoor zorgen dat kinderen graag naar school komen en hen een toekomstperspectief bieden. Hiermee wil men de schoolmoeheid tegenwerken zodat er minder verzuim, te laat komen, enz. is. Elke leerkracht probeert hier werk van te maken door alternatieve manieren van werken te zoeken, ervaringsgericht te werken, aan te sluiten op de behoeften van de leerlingen, enz. (2) de ouderparticipatie vergroten door de ouders meer te betrekken in diverse activiteiten in de school en bij de muzische vorming.

    Elk jaar stond een ander thema centraal. Achtereenvolgens werd gewerkt rond ‘Mens en Maatschappij’, ‘Maatschappij en Technologie’, ‘Natuur & wereldoriëntatie’ en ‘communicatie’.

    Rond het thema werden activiteiten uitgewerkt waarbij kunst (o.a. maken van foto’s, van maquette, muziek en dans) en taal centraal staan en waarbij kinderen, ouders, leerkrachten en buurt worden betrokken. Meestal werd afgesloten met een tentoonstelling waarbij al de creaties van het jaar werden getoond, met opvoeringen van muziek en dans. Bv. tijdens het tweede projectjaar koos voor de uitwerking van het thema ‘maatschappij  en technologie’ elke klas een bepaald werelddeel: kleuters: Afrika, eerste en tweede leerjaar: Azië (Japan),  derde en vierde leerjaar: Amerika en vijfde en zesde leerjaar: Azië (India). Men koos voor het thema ‘speelgoed’ als een goed aanknopingspunt om te leren observeren, andere culturen te vergelijken,  een dialoog/spreekbeurt op te zetten en de sociale omgang te verbeteren. Het project stimuleerde zo de vaardigheden en kennis. O.a. knutselen (maken van speelgoed) is belangrijk voor de fijne motoriek, leert onder tijdsdruk te werken, stimuleert het uithoudingsvermogen (iets afwerken), enz.  Via het dansen wordt spelling geïntroduceerd (bv. elke letter van een woord uitbeelden). Het stimuleert de ouderbetrokkenheid, het welbevinden, de leerwinst.

    De ouders worden op verschillende manieren ingeschakeld in het schoolleven (bv. de kippenbrigade, leesouders, fietsouders, komen koken, helpen met carnaval, openklasmoment, enz.). Bv. de ouders worden uitgenodigd in de klas, krijgen samen met hun kinderen les rond de voedingsdriehoek (is Wereldoriëntatie) en knutselen na het waarnemen en bespreken van alle voedingswaren (is Taal) zelf een voedingsdriehoek in elkaar die later in alle klassen kan gebruikt worden. Deze acties dragen bij tot een hechtere band en tot meer dialoog. Vrijwel alle ouders komen naar de ouderavond; op deze manier worden zij extra betrokken bij de ontwikkeling van hun kind. Tijdens het project werd ook een oudercomité opgestart. Een belangrijk actiepunt van het oudercomité is ouders bereiken die niet gemakkelijk naar school komen.

    Geboekte vooruitgang

    Er werd vastgesteld dat kinderen het schoolgaan leuker vonden, meer op tijd kwamen en minder afwezig waren. Het enthousiasme van de kinderen werkte aanstekelijk naar de ouders toe. De ouders werden meer betrokken op de school en participeerden actief aan een aantal activiteiten. Met de kinderen en de ouders werd een belangrijke weg afgelegd om via muzische vorming tot betere integratie te komen.

    Uit de evaluatie bleek dat het project niet alleen artistieke leerwinst gaf maar ook bijdroeg tot de hele ontwikkeling van de leerling, zoals o.a.  het overwinnen van faalangst, een verbetering van het zelfwaardegevoel, een hoger (schools)welbevinden, meer onderling respect, beter werken in groepsverband. Bv. een jongen durf dank zij de dansactiviteiten nu voorlezen in de klas. Door het dansen neemt het zelfvertrouwen toe, wat ook belangrijk is voor andere vakken. In vergelijking met andere scholen blijken de leerlingen goed te scoren. Bv. inzake taalvaardigheid liggen de resultaten de leerlingen van het zesde jaar boven het gemiddelde voor Vlaanderen.

    Veel leerlingen zetten de stap naar activiteiten na en buiten de school en sluiten voor bv. tekenen, dans, muziek en sport aan bij een vereniging. De meeste kinderen maken na het zesde leerjaar de stap naar de A-klas in het secundair onderwijs.

    Niet verwachte effecten

    De positieve ervaringen met het project ‘Baaimondo’ heeft de school overtuigd om de stap te zetten naar een methodeschool. De uitgangspunten van het Freinetonderwijs sluiten het best aan bij de visie van de school. Belangrijk hierbij is dat vertrokken wordt van het kind zelf, met veel aandacht voor taal (o.a. kringgesprekken), ouderparticipatie (drempels laag houden) en de relatie met de buurt (brede school). 

    Hefbomen en moeilijkheden

    – Het project werd van bij de start gedragen door één leerkracht. Via onderlinge samenwerking en een sterkere integratie van de leerstof kwam men tot een grotere gedragenheid van het project. Waar men vroeger één les gaf over een bepaald onderwerp, werden tijdens het project verschillende lessen rond eenzelfde thema opgebouwd. Dit werd bij het begin van het schooljaar goed overlegd en gepland. Bv. er werd één actieplan opgesteld rond het thema ‘afvalpreventie en –beheer’ waarin twee projecten worden geïntegreerd:  nl. het Mos-project en het project van School van de Hoop. Hierdoor worden zaken meer geïntegreerd en kan taal, sport, enz. aan bod komen en in verband gebracht worden met ‘wereldoriëntatie’.  Dit heeft geleid tot heel wat educatieve en creatieve klasdoorbrekende activiteiten met een blijvend karakter.

    – Doorheen de vijf jaar werd een weg afgelegd in het projectmatig werken. De doelstellingen werden beter bewaakt en er werd geïnvesteerd in het evalueren van het project. Zo werd in het derde jaar een ‘evaluatie observatorformulier’ opgesteld en gebruikt. Het formulier werd ingevuld door leerkrachten en begeleiders. Hieruit werden dan werkpunten voor de volgende jaren gedistilleerd.

    Voortzetting van project

    Het project evolueerde naar een manier van werken dat door het hele schoolteam werd gedragen. Het ligt aan de basis van de keuze om een Freinetschool te worden. Dit maakt dat het project volledig geïntegreerd wordt tot de methode van werken binnen de school.

    Het project was niet alleen een inspirerende bijdrage voor de leerlingen maar ook voor de leerkrachten. Zij werden gedurende de projectjaren “gevormd” en hun rugzak werd gevuld met kennis omtrent muzische activiteiten. Dat gebeurde op een zeer ongedwongen manier samen met de kinderen. In 2018 wordt nog steeds geput uit de activiteiten die de leerkrachten met de kunstenaars hebben mogen uitvoeren. Door het project kon de school buiten de schoolmuren treden.

    Door de omvorming naar een Freinetschool groeide de school uit tot een evenwichtige school waarbij het percentage SES-leerlingen sterk daalde. De school heeft nu een gezonde mix: kinderen die van verder komen speciaal voor het freinet-onderwijs en kinderen uit de omliggende (sociale) woonwijk.

    Nog steeds komen alle ouders naar het oudercontact. De school behield zijn open karakter, laagdrempeligheid vinden we een heel belangrijk punt.

    Door het netwerk  dat uitgebouwd werd tijdens het Baaimondoproject gingen er andere deuren open. De school werkte enkele jaren samen met Schouwburg Kortrijk aan het openingsspektakel van het Spinragfestival, met Pol Coussement (Passerelle vzw) rond “identiteit”. In 2018 wordt samengewerkt   met PROTOS (ngo) een project uit rond water, enz. De schooltuin werd met verschillende organisaties verder aangepakt. De kinderen kunnen zich er echt uitleven. We werken nu ook samen met “De Wissel” een organisatie in onze buurt voor mensen met een niet-aangeboren hersenletsel.

    Contactgegevens

    Barbara Tesch – Directeur BSGO 3 HOFSTEDEN

    directeur@basisschooldriehofsteden.be

    barbaratesch@hotmail.com

    Hannah Bertin – Coordinator Freinetschool De Baai

    hannahbertin@hotmail.com

    Baaistraat 10   B-8500 KORTRIJK

    Tel : 056/22 39 52 ( Hoofdafdeling)  – 056/ 21 37 93 (Freinetschool De Baai)

    Terug naar alle projecten