Initiatiefnemers
Het project werd ingediend door het Vrij Centrum voor Leerlingenbegeleiding (VCLB-) Leuven en de vzw Leren Ondernemen (vzw erkend als organisatie waar armen het woord nemen).
Beginsituatie
Beide initiatiefnemende organisaties bezitten veel know how en engagement met betrekking tot de thematiek. Zij vertrekken vanuit een diep respect voor de doelgroep en streven naar een optimale inbreng van de kansarmen.
Met de financiële ondersteuning uit School van de Hoop werd een halftijdse projectcoördinator aangeworven. Daarnaast werkte ook een ervaringsdeskundige in armoede en sociale uitsluiting halftijds mee in het project.
Doelstelling en concretisering
Om de integratie van kansarme kinderen in het onderwijs te verbeteren wil het project de communicatie verbeteren tussen CLB-medewerkers en kansarme ouders (basisonderwijs) door: (1) te streven dat ouders worden beschouwd als volwaardige partners in de communicatie tussen school, CLB en ouders; (2) te zoeken naar een permanent overleg ‘kansarmoede en onderwijs’ in Leuven, met deelname van de ouders en (3) de inschakeling van een ervaringsdeskundige in armoede en sociale uitsluiting in de CLB-werking.
Kenmerkend voor het project is dat het zeer projectmatig wordt aangepakt.
Er werd gestart met een DIP-analyse (Doelgerichte Interventie Planning). Deze methodiek vertrekt vanuit de problemen zoals deze bij alle partijen worden aangevoeld en koppelt hieraan een haalbare planning van doelstellingen en activiteiten. Er werden 11 probleemgroepen als oorzaak van slecht contact tussen CLB en kansarme ouders geduid; vier werden door de groep als prioritair aangeduid, nl. 1) relatie tussen school, CLB en ouders 2) vertrouwen van ouders in CLB 3) boeman-imago van CLB is bedreigend en 4) CLB is onbekend bij ouders; CLB kent niet veel van armoede. Voor elk van deze problemen werd een kleine werkgroep opgericht; onder begeleiding werken deze groepen verder volgens de methodiek van de verbetergroepen (via verdere probleemanalyse komen tot oplossingen en het opmaken van een planning voor uitvoering, er worden afspraken gemaakt in verband met de uitvoering, de opvolging en evaluatie).
De werking van twee verbetergroepen leidde tot verdere concretisering van de doelstellingen in vier acties: 1. Kansarme ouders nemen vertrouwenspersoon mee naar contact op school, 2. Ervaringsdeskundige in armoede en sociale uitsluiting inschakelen in CLB-werking, 3. Cel kansenbevordering (CLB) uitbreiden voor kansarme ouders en 4. CLB-medewerkers in contact brengen met organisaties die met kansarme ouders werken.
Een dergelijke aanpak waarbij de participatie van de kansarme doelgroep steeds centraal staat vraagt veel tijd, een veelheid aan activiteiten en flexibiliteit om op de aangediende problemen in te spelen.
Belangrijke activiteiten die in de loop van het project werden ontwikkeld zijn:
– steungroepvergaderingen. Aan deze tweemaandelijks participeren beide CLB’s netoverstijgend, kinderwerking Fabota (buurtwerking ’t Lampeke), Inloopcentrum De Meander (CAW), Leren Ondernemen vzw en Wonen en Werken vzw;
– oudergroepen. Een vaste groep van 10 à 12 moeders uit de vier partnerorganisaties komen maandelijks samen met de ervaringsdeskundige en de projectcoördinator. Er wordt gewerkt rond thema’s als overgang van basis- naar secundair onderwijs, medisch luik van het CLB, enz. ;
– doe-cel. Deze bestaat uit ouders en CLB-ers. B.v. er werd vastgesteld dat de overgang van lager naar secundair onderwijs vaak moeilijk verloopt voor de kansarme doelgroep. De doe-cel werkte rond ‘informatie over het secundair onderwijs om een goede schoolkeuze te maken’.
– vormingen. Er werden een tiental vormingen gegeven aan o.m. studenten lerarenopleiding, schooldirecties, enz. De ouders die de vorming meegaven waren zeer tevreden. Zij ervoeren respect en ook hun eigen beeldvorming over bepaalde scholen veranderde in positieve zin.
– LOP-werking. Drie-Klap participeert aan het dagelijks bestuur en de algemene vergadering van het LOP Basisonderwijs en aan de werkgroep inschrijvingsrecht. Deze participatie vraagt veel tijd, maar er worden resultaten geboekt. De ouders van 3-Klap hebben er een plaats gekregen, men houdt echt rekening met hun tussenkomsten.
– samenwerking met scholen. In 2 scholen buitengewoon onderwijs werd een werkgroep 3-Klap opgericht, bestaande uit drie leerkrachten. Deze werkte voorstellen uit rond ‘kosten op school’. De CLB-medewerker coördineert dit. 3-Klap had een ondersteunende rol bij de start en zorgt voor de toeleiding van de ouders.
– project ervaringsdeskundige in armoede en sociale uitsluiting. De ervaringsdeskundige speelt een belangrijke rol in het realiseren van de doelstelling van het project, nl. ouders als volwaardige partner in de communicatie tussen school, CLB en ouders. De ervaringsdeskundige doet veel schoolgesprekken mee met de ouders, neemt deel aan teamvergaderingen van CLB, participeert in LOP-groepen, ondersteunt het project Opvoedingskring van de provincie, enz.
– CLB-spel. Het bestaande CLB-spel, bedoeld om het CLB beter te leren kennen, werd gespeeld in Wonen en Werken, Kinderwerking Fabota, De Meander, Open school en op de Dialoogdag van het integratiecentrum van provincie Vlaams-Brabant. Dit blijkt een geschikt instrument om met kansarme ouders in gesprek te gaan over het CLB.
– andere. Naast de vermelde activiteiten werd ook nog gewerkt met de ouders aan de medische vragenlijsten van het VCLB, werd geparticipeerd aan het Steunpunt Kansenbevordering van het CLB, aan de voorbereiding en evaluatie van 10jaar Algemeen Verslag van de Armoede, enz.
Geboekte vooruitgang
Uit de eindevaluatie blijkt dat het project bijgedragen heeft tot een betere communicatie tussen kansarme ouders en het CLB. Het heeft de ouders dichter bij de CLB-werking en de school gebracht, èn het CLB heeft veel meer respect en begrip gekregen voor ouders in armoede.
Een belangrijke vaststelling van het project is misschien wel dat het gaandeweg duidelijk werd dat de drempels voor scholen, CLB en ouders om met elkaar in communicatie te gaan erg gelijkend, in wezen dezelfde zijn. Een CLB-medewerker die een gesprek met een kansarme ouder uitstelt omdat hij niet weet hoe hier aan te beginnen verschilt niet van een ouder die afspraken met het CLB telkens uitstelt omdat zij niet weet hoe ze het gesprek moet doen. Voor beide partijen gaat het om gebrek aan vertrouwen, faalangst, gebrek aan vaardigheden om met elkaar te kunnen communiceren, vooroordelen ten aanzien van elkaar, enz. Dit gegeven veronderstelt dat er voldoende zorg moet zijn voor alle partijen om tot een geslaagde communicatie te komen.
Hefbomen en moeilijkheden
Het project kwam moeilijk uit de startblokken. Via de planmatige en reflexieve aanpak werden hindernissen stap voor stap weggewerkt. Bv. Er werd gewezen op de onduidelijke positie van de CLB-er tijdens het schoolcontact. Ouders verwachten van de CLB-er dat hij de kant van de ouders kiest, scholen verwachten dat hij de kant van de school kiest. Het project speelde hier op in en werkte rond de directe communicatie en rond het verlagen van de eerste drempel van een schoolcontact.
De resultaten die 3-Klap behaalde, schrijven de medewerkers van het project grotendeels toe aan de vijfjarige subsidiëring. Na drie jaar was er veel voorbereidend werk verricht, maar stond het project quasi nergens. Het is door gaandeweg meer contacten te hebben gelegd, meer bekend te zijn geraakt dat het de laatste twee jaar echt vooruit is geraakt.
Voortzetting van project
Tijdens het vierde en vijfde jaar ging veel tijd naar het zoeken van middelen en verdere verankering van het project. Er was de decreetswijziging door minister van onderwijs, waardoor de CLB’s ervaringsdeskundigen kunnen aanstellen (geen extra middelen). Voorbereidend aan deze decreetswijziging was het project 3-Klap 1 van de pilootprojecten van het departement Onderwijs waardoor de opgeleide ervaringsdeskundige armoede en sociale uitsluiting aangeworven kon worden. In het kader van het ‘flankerend lokaal onderwijsbeleid’ kon de Stad Leuven middelen vrij maken voor een voltijds ervaringsdeskundige en een halftijdse coördinator. Dit geldt voor een jaar met kans op verlenging. De provincie zorgde voor een overbrugging van twee maanden waardoor de evaluatie kon worden afgerond.
Na het vijfde jaar (2006) kon het project worden verdergezet en komen er twee nieuwe partners bij, nl. het CLB van het gemeenschapsonderwijs en de stad Leuven.
Stad Leuven financierde van 2006 tot 2009 het project verder in de bestaande vorm: een halftijdse projectcoördinator en een opgeleide ervaringsdeskundige. Ondertussen namen beide CLB’s in een samenwerking via het nieuwe decreet zelf ook een ervaringsdeskundige in dienst. Dit gaf de mogelijkheid voor verankering en verdieping van de werking: 1 ervaringsdeskundige bleef functioneren binnen het project, de andere werkte hoofdzakelijk binnen de beide CLB’s.
Inhoudelijk bleef de werking voortgaan op de uitgezette lijnen en werden extra materialen ontwikkeld. Bv. het zorgboekje: een boekje voor ouders waarin de opeenvolgende stappen in de CLB-begeleiding werden duidelijk gemaakt. Aan de hand van pictogrammen en ruimte om iets te schrijven kon de CLB-er de zorg voor het kind meer als gedeelde zorg ondersteunen.
Vanaf september 2009 besliste Stad Leuven om de regie van het project 3-Klap in eigen handen te nemen. In overleg met de betrokkenen werd beslist dat het project 3-Klap ‘eigendom’ bleef van de CLB’s en de stad een nieuwe focus koos met het project ‘Thuis op School’.
Van september 2009 tot juni 2016 werd het project zonder projectcoördinator en zonder financiële ruggensteun voortgezet. De participatie van kansarme ouders liep verder dankzij enthousiaste ouders en CLB-medewerkers. Op regelmatige basis werd er samengekomen. De kansarme ouders vormden een groep ‘onderwijsdeskundigen’ die reeds vele jaren mee vergaderden, planden, vorming gaven, enz. Er werd verder samengewerkt in kader van navorming voor schoolteams en CLB-medewerkers en voor het ontwikkelen van instrumenten voor school/CLB om de zorg voor kansarme kinderen en ouders zo goed mogelijk te laten verlopen.
Sinds schooljaar 2016-2017 komen de ouders en CLB-medewerkers eerder ad hoc samen voor het geven van navorming voor schoolteams .
Sommige materialen die in samenwerking met 3-Klap ontwikkeld werden, worden nog steeds gebruikt om CLB-medewerkers, scholen en ouders te versterken. Het groeiboekje geeft gezondheidsadvies aan ouders van kleuters. Ze krijgen het mee bij gelegenheid van het medisch onderzoek van hun kind. De ”Suggestielijst voor goede gesprekken” bekeken door de bril van kwetsbare ouders” helpt CLB-collega’s en schoolteams in hun communicatie.
Contactgegevens
Filip Huysmans, Afdelingshoofd Stad Leuven
Professor Van Overstraetenplein 1, B-3000 Leuven
Tel : 0498/572470 – filip.huysman@leuven.be
Filip Eelen, Directeur VCLB Leuven
K. Van Lotharingsenstraat 5, B-3000 Leuven
Tel : 016/28 24 00 – info@vclb.leuven.be
Laurent Thys, VCLB Leuven
Gemeentestraat 225 Bus 201, B – 3010 Kessel-Lo
Tel : 016/43 47 59 – GSM : 0475/39 13 88 – laurentthys.cc@gmail.com